De Imker
Uit Wijknieuws 55: wijkbewoner aan het woord
Kortgeleden sprak ik Koos Elderen, die een niet alledaagse hobby heeft. Koos is imker. Het allereerst dat ik vraag als ik het woord imker hoor is: “Wat trekt jou aan om imker te worden. Honing vind ik lekker, maar ik heb het er niet voor over om mij hiervoor te laten steken.”
Koos moet er hartelijk om lachen als ik dit zeg. De meeste hobby-imkers hebben vroeger naast opa gestaan om de honingraten uit de korf te halen en gedacht:“Als ik groot ben wil ik dat ook.”
Bij Koos is het anders gegaan. Tijdens het lezen van een tijdschrift werd zijn aandacht getrokken door een artikel over het houden van bijen. Hij is toen naar een introductie- middag geweest van de plaatselijke afdeling van imkers en heeft zich aangemeld voor de cursus bijeenhouden voor beginners.
Nu, als volleerd imker, begint hij enthousiast te vertellen over zijn bijenvolken. Hij heeft er vier. De kasten staan wisselend op andere plekken. “Wow, denk ik, dus ook nog met een ‘prikkenvolkje’ de auto in”.
Het bijenvolk
Ik kom er al snel achter dat deze ‘hobbyboer’ het heeft over zijn dieren, bijenvolkeren, met 4 vleugels en 6 pootjes. Een volk kan wel bestaan uit 40.000 bijen met 1 koningin. De overige bijen in de kast zijn voor het merendeel vrouwtjes, werkers genaamd. Daarnaast zijn er enkele honderden mannetjes, de darren.
Alleen de koningin legt eitjes en alleen de koningin bepaalt of het eitje bevrucht wordt of niet. Uit een bevrucht eitje komt een werkbij en uit een onbevrucht eitje komt een dar. De eitjes worden gelegd van december tot oktober. Soms wel 1.600 per dag. Dit levert een piekmoment op voor de werkbijen. Zij moeten heel hard werken om de koningin en de jonge bijen van eten te voorzien. In de zomer periode leeft de werkbij gemiddeld 6 weken. Een koningin kan wel 5 jaar oud worden.
In de laatste fase van hun leven worden de werkers vliegbij en gaan op pad om nectar en stuifmeel te verzamelen. Nectar is een suikerrijke vloeistof die door planten wordt geproduceerd. De samenstelling van nectar varieert sterk bij verschillende soorten planten. Daarom heb je verschillende soorten honing met ieder een eigen smaak. De bijen zorgen er voor dat nectar wordt omgezet in de ons bekende honing.
Hoe herken je bijen, hommels en wespen?
De meestal donker gekleurde zoemers, dik en behaard, zijn de hommels. Wespen zijn meestal geel met een zwarte tekening op het achterlijf. In tegenstelling tot de hommel is de wesp slank. Bijen zijn als hommels donker gekleurd, iets behaard, kleiner dan de hommels en hebben soms wat lichtere strepen.
De woning van de bij
Elke holte is geschikt voor de bij om een woning in te bouwen. De bijen bouwen zelf, met hun zelfgemaakte was, raten met zeshoekige cellen die worden gebruikt als broedkamer en opslagruimte voor honing en stuifmeel.
Een imker probeert uiteraard zijn volk in een kast te houden. Een enkele keer vliegt de koningin uit en vindt zij een andere woning, bijvoorbeeld in uw tuin of onder uw dakbeschot. Ongeveer 50% van het bijenvolk vliegt haar koningin achterna en de grote verhuizing is geschied.
Binnen een volk worden de taken verdeeld. Een jonge bij begint met het schoonpoetsen van gebruikte cellen, de volgende fase wordt het voeren van de larfjes, verzorgen van de koningin en het bewaken van de toegang tot de kast.
Stuifmeel en honing
Naast de heerlijke honing zorgen de bijen er ook voor het bestuiven van de bloemen waardoor planten en bomen weer vruchten gaan dragen.
Koos vertelt: “Het werk is zeer interessant, je wordt geconfronteerd met de werking van de natuur. Het is leuk om een lesje te geven op een school en het winnen van de honing blijft bijzonder. Het kost best veel tijd en energie en je moet de ruimte hebben om de volken te kunnen plaatsen en voor de opslag van kasten en degelijke.
Het seizoen is nu, in september, alweer voorbij en het volk is zich aan het klaar maken voor de overwintering.
Zolang het bij dit artikel getoonde bordje nog op de Soerenseweg 53 aan de weg hangt verkoopt Koos nog Soerense Bijenhoning.
Hanneke Dusseldorp